Te leuk! Gisteren is er een artikel gepubliceerd in Black Belt Magazine over Kung Fu.
Het is een kort, introducerend artikel en wellicht weet je al wat erin staat, maar het is toch zeker het delen waard. Vooral tijdens COVID-19 is ieder beetje Kung-Fu nieuws welkom.
Kun je niet zo goed Engels? Ik heb het artikel voor je vertaald. Bezoek echter zeker de website voor een leuk filmpje! (URL staat onderaan het artikel)
Kung fu wordt vaak gecategoriseerd in noordelijke en zuidelijke systemen, met de Yangtze-rivier als scheidslijn. Nan chuan, pei tui (zuidelijke vuisten, noordelijke benen) is een veelvoorkomend Chinees-boksaforisme dat de verschillen tussen noordelijke en zuidelijke stijlen samenvat.
Over het algemeen concentreren de technieken in het Zuiden zich op handbewegingen, terwijl beenwerk overheerst in noordelijke stijlen. Natuurlijk hebben zuidelijke systemen ook voettechnieken, maar ze gebruiken die technieken veel spaarzamer en voorzichtiger. Zelden zijn er hoge trappen of vliegende trappen zoals de trappen die de noordelijke systemen typeren.
Zowel de fysiologische verschillen tussen Noord- en Zuid-Chinese mensen als de geografische verschillen tussen Noord- en Zuid-China droegen bij aan de contrasterende benaderingen van combat die zich in elke regio ontwikkelden. Noorderlingen zijn meestal groter en hebben langere ledematen dan zuiderlingen, die meestal korter zijn. Het lijkt daarom heel natuurlijk dat Noord-Chinezen zouden profiteren van hun grotere bereik en vechttechnieken op lange afstand zouden ontwikkelen met de nadruk op beenwerk.
Ten tweede hebben de noordelijke regio’s van China strenge winters, dus de inwoners moeten zich in dikke kleding verzamelen om warm te blijven. Dikke en zware leggings maken het moeilijk om te trappen met een knappende beweging waarbij de knie als scharnier wordt gebruikt. Daarom gebruikten de noorderlingen meer hoge, rechtbenige trappen en ontwikkelden brede, vegende bewegingen en vloerrollen, allemaal gedaan met gestrekte benen. Een andere reden om het beenwerk te benadrukken, was dat de Noord-Chinezen, vooral degenen die afstammen van nomadische stammen, uitstekende ruiters waren, wat betekende dat hun onderlichaam doorgaans bijzonder goed ontwikkeld was.
Zuidelijke systemen daarentegen leggen de nadruk op nauwe gevechten, met een sterke, stevige houding als basis voor het genereren van krachtige handtechnieken. De reden die vaak wordt gesuggereerd voor de ontwikkeling van dergelijke gevechten is dat steden in Zuid-China meer overbelast waren, waardoor zelfverdedigingsbewegingen moesten werken in besloten gebieden. Ook gebeurde er in het zuiden veel activiteit op jonken en sampans, dus een sterke houding was nodig om het evenwicht te bewaren tijdens gevechten op de schommelende schepen.
Lees meer in Black Belt Magazine: https://blackbeltmag.com/kung-fu-101-southern-fist-in-action